|
Je paard, je partner?
Wanner is je paard nu eigenlijk je partner? Als je je website paardenpartner noemt, moet je daar natuurlijk wel een goed verhaal bij hebben!
Voor mij is partnerschap met mijn paard een kwestie van harmonie, respectvol samenwerken en ruimte voor groei. Het behelst heel veel dingen, die ik op deze pagina wat beter uit zal proberen te leggen. Ik begin even met het rijtje dat ik eerder al genoemd heb (en wat me als eerste te binnenschoot):
Respect is niet hetzelfde als angst
Harmonie is niet hetzelfde als dominantie
Dressuuur is niet hetzelfde als onderwerping
Wat bedoel ik hier nu precies mee?
De eerste is redelijk duidelijk; iemand waar we respect voor hebben, hoeven we niet noodzakelijkerwijs te vrezen. Ik heb heel veel respect voor mijn oma. Maar ik hoef niet bang voor haar te zijn; ze slaat me niet, ze kleineert me niet. Toch respecteer ik haar enorm - om haar wijsheid bijvoorbeeld. Respect dwing je bij de ander niet af, je verdient het in diens ogen hooguit- of niet.
Harmonie is precies dat; het is met respect en in een goede balans met elkaar samenwerken - net wat we zouden willen in de dressuur en de dagelijkse omgang met het paard. Dat wij als mensen uiteindelijk leidend zijn bij die samenwerking is noodzakelijk, omdat wij dingen kunnen overzien die het paardenverstand te boven gaan. Wij bedenken van alles voor de paarden wat hen totaal vreemd is, van hoefijzers tot trainingsschema's. Sterker nog, wij hebben zelfs de hele domesticatie verzonnen. Maar eenvoudigweg iets domineren leidt niet tot harmonie. Slaven worden volledig gedomineerd en ik denk dat niemand zou stellen dat slavernij harmonisch is.
Harmonie kan pas ontstaan als je niet alleen bereid bent te luisteren naar je paard, maar ook om ervan te leren.
In de dressuur en de omgang met paarden in het algemeen zou er in mijn ogen dus ook geen sprake van onderwerping moet zijn, maar van een wederzijdse communicatie, die leidt tot harmonie. Bij onderlinge harmonie doet het paard wat wij ervan vragen, omdat het vertrouwen in ons en in ons leiderschap heeft. Het werkt met ons samen omdat het er plezier in heeft en we het getoond hebben dat onze beslissingen het paard ten goede komen. En als het niet doet wat wij vragen, dan luisteren we, want we weten dat het paard ons dan iets te vertellen heeft.
Helaas staat het ego van veel mensen hier vaak grandioos bij in de weg (even voor de duidelijkheid: mezelf niet uitgesloten!). We hebben een ingebakken gevoel van superioriteit, dat maakt dat we ons in waarde al snel boven dieren plaatsen en ons te goed voelen om van deze mindere levenssoorten te willen leren. Omdat we de 'wijze, wetende mens' zijn (we hebben onszelf zelfs zo genoemd in onze soortnaam!), vinden we soms ook dat we het allemaal al zouden moeten weten. Daarom geven we ons soms ook niet de kans om te leren.
Paarden kunnen ons daarbij helpen, als we maar willen luisteren.
Vragen vs. eisen
Harmonie is balans in je tweerichtingsverkeer. Als je harmonie wilt bereiken, dan zul je moeten vragen in plaats van eisen te stellen. Dingen eisen van je paard houdt eigenlijk in, dat je maar 1 optie open laat voor je paard: doen wat jij wilt - of anders. Eisen is een vorm van dwingen.
Dingen vragen aan je paard houdt in dat je iets van hem wilt weten; er ligt een wereld aan mogelijke antwoorden op je te wachten. Je geeft het paard de ruimte om te reageren vanuit zijn standpunt. Dat kan best inhouden, dat je soms niet het antwoord krijgt op waar je had gehoopt. Maar je paard heeft wel de vrijheid je dit te melden. En daarom heb jij de gelegenheid om te leren.
Als je veel dwingt, zal je paard vergelding en/of straf van je gaan verwachten: immers, als het niet doet wat je van hem eist, zal hij daarvoor gestrafd worden. Het paard zal je gaan associeren met angst. En iemand waar je bang voor bent, daar werk je niet graag mee samen.....
Dwang escaleert: het roept verzet op, en in het gunstigste geval biedt je paard geen verzet, maar verschuift daarmee het machtsevenwicht stilletjes richting onderwerping in plaats van harmonie.
Vragen stimuleert; het moedigt de tegenpartij aan om na te denken en bevordert de communicatie. Bovendien stelt het stellen van vragen je in de gelegenheid, dingen te leren.
Kortom: Als je iets vraagt, wil je iets leren. Als je dwingt, probeer je iets gedaan te krijgen.
En wat heb je aan een marionet als je harmonie probeert na te streven?
Winnen vs groeien
Wij mensen worden aan alle kanten gestimuleerd om toch vooral te winnen. Winnen, ergens goed in zijn, of toch in ieder geval beter dan anderen, houdt ons erg bezig. Presteren is het doel, want dan zijn we goed bezig.
Nu kan je bij het willen presteren ook iets te ver doorslaan. Zonder doel kom je nergens. Maar een doel nastreven zonder je te bekommeren om de reis ernaartoe, is de baby met het badwater weggooien.
Voorbeeld: als ik de Tour de France kan winnen, omdat ik vol met doping zit, heb ik daadwerkelijk gewonnen. Van alle wielrenners was ik de snelste, ik ben de kampioen. Ik krijg aandacht, erkenning, een mooie beker en waarschijnlijk ook een smak geld. Maar heb ik tegelijkertijd niet ook grandioos verloren? Ik heb mijn lichaam geweld aangedaan met een chemisch middel dat er niet in thuishoort; ik heb mijn concurrenten, mijn sponsors en mogelijk ook mijn coach bedrogen. En ik zal nooit weten hoe ik het had gedaan zonder vals te spelen. Ik heb niet geleerd om om te gaan met verlies, maar omdat ik ook nog nooit om heb leren gaan met winnen, zal ik dit waarschijnlijk ook niet zo goed kunnen, met al het voorgenoemde in mijn achterhoofd. Het is een holle overwinning. Die krijg je als het doel alle middelen heiligt.
Winnen en verliezen liggen heel dicht bij elkaar. En zijn eigenlijk helemaal niet zo relevant, als de weg ernaartoe maar zinnig is geweest. Wat deert het als je vierde of laatste bent geworden op een wedstrijd als je elke dag met plezier aan het werk gaat met je paard? Als je van alle tegenslagen onderweg een betere ruiter bent geworden en een evenwichtiger mens? Als je zelf een goed gevoel hebt over hoe je gereden hebt, omdat je weet dat je paard het lastig vindt, maar toch voor jou zijn best heeft gedaan?
Om goed te presteren zul je als mens moeten groeien. Als je voldoende gegroeid ben, zal je misschien een keer winnen. En zo niet, dan ben je desondanks gegroeid als mens, dat is op zich al een mooi doel. Richt je dus op het groeien, niet op het winnen.
Dát bedoelen ze met de weg is het doel.
Bedenk bovendien, dat als je jezelf accepteert zoals je bent, het helemaal niet zo belangrijk is dat je beter bent dan iemand anders. Jij bent goed zoals je bent, en je buurman net zo. Daar doet een wedstrijd, winnen of verliezen, erkenning of afkeuring van anderen, eigenlijk niks aan af.
Ze zeggen niet voor niets dat er geen weg naar geluk is; geluk is de weg.
En wat voor type ben jij? De grote paardenpartner-quiz ;)
Toen ik zo eens zat te denken over het thema harmonie vs onderwerping en vragen vs eisen liet ik mijn gedachten eens gaan over de paardenmensen die ik heb gekend. Welke mensen werken samen met hun paard? Welke zijn alleen maar bezig hun paard te drillen? Hoe passen ze dwang en vraag toe? Al denkend aan ál die verschillende mensen (maar vooral ook aan mezelf....), kwamen er een aantal associaties bij me op. Met een beetje humor zou je er leuke hokjes van kunnen maken:
De Dictator: Dit is het type waarbij het doel alle middelen heiligt. Alles is ondergeschikt aan het bereiken van het doel: het paard, de communicatie en soms zelfs de belangen van de dicator zelf. De dictator kijkt eigenlijk alleen naar het doel en kan dit niet loslaten. Via dwang en desnoods geweld wordt er genadeloos toegewerkt naar het Heilige Doel. Het ego van de dicator gaat boven ethiek en gevoel. De uitspraak 'hij heeft niks te willen' of: 'dan had hij maar geen paard moeten worden' zijn typische dictator-uitspraken.
Sommige dictators hebben graag een volgzaam paard om zo snel tot hun doel te komen (bijvoorbeeld wedstrijdprestaties). Andere dicatators hebben slechts het domineren van anderen en het strelen van hun ego als doel en hebben juist graag een paard dat terugvecht.
Net als in een echte dictatuur is er natuurlijk sprake van censuur en zelfverheerlijking: er wordt selectief gekeken en geinterpreteerd - het paard is kwaadwillend, lui en eigenlijk overal de schuld van (behalve het succes). Ook de knokploegen blijven niet uit: schiet de eigen fysieke macht tekort, dan wordt er een beroep gedaan op een hele voorraad dwangmiddelen die worden ingezet met een stijgende mate van barbaarsheid.
De Dirigent: De dirigent is een gepassioneerd, maar ietwat stijf persoon met een duidelijke leidersrol. Dirigenten zijn doelgericht en hebben een duidelijke passie voor wat zij doen. Met zeer veel toewijding richten zij zich op het behalen van het gestelde doel. Zij stellen daarbij hoge eisen aan zichzelf en hebben de neiging dit ook bij hun paarden te doen. Omdat het maken van muziek nu eenmaal samenwerking vereist, zal een dirigent bij een zeer luid en duidelijk protest wel de tijd nemen om het verhaal van de 'muzikant' aan te horen, maar aangezien een dirigent vindt dat hij ook rekening te houden heeft met het doel en de rest van het 'orkest' zal de muzikant van goede huize moeten komen om het gedrag van de dirigent te beinvloeden. Waar de dicator geweld gebruikt, zal een dirigent eerder kiezen voor psychologische oorlogvoering als het uit de hand loopt (niemand vindt het leuk om voor schut te staan tegenover een heel orkest...). Dirigenten zijn echter nooit uit op conflicten. Ze veroorzaken ze alleen regelmatig als ze meer bezig zijn met het doel dan met de muzikanten.
Dirigenten hebben graag getalenteerde, fanatieke paarden maar hebben wel de neiging de niet zo briljante paarden links te laten liggen; die zijn de moeite niet. Als de dirigent een briljant resultaat denkt te kunnen behalen, zal hij veel geduld hebben met zijn paard en goed overweg kunnen met een heftig en sterk karakter.
De Vriend: De Vriend is relatiegericht, ondersteunend, warm en gaat graag de verbinding aan. Het doel is ondergschikt aan de onderlinge verstandhouding. De vriend en zijn meer bezig met het hebben van een leuke tijd samen dan aan het toewerken naar een specifiek doel; vriend en paard wekken daardoor vaak een harmonieus geheel. Toch kan er wel degelijk sprake zijn van 'harde woorden', confrontaties en heel zelden ook dwang. Dat gebeurt echter altijd op een manier die volgens vriend het beste is voor het welzijn van zijn paard. Niet elke vriend is evenzeer bereid zijn ideeen over wat nu precies de 'eigen bestwil' van zijn paard is te herzien (net zoals niet elke vriend even goed is in het inschatten van wat er in je omgaat of het eigenbelang tijdelijk ten gunste van de andere opzij te zetten).
Vrienden kijken meer naar het innerlijk van een paard dan naar zijn fysieke mogelijkheden of talenten. Ze hebben vaak een wat praktischer insteek bij het uitzoeken van een paard.
De Fan: Fans zijn relatiegericht tot in het extreme. Zijn verafgoden hun paarden, stellen zich onderdanig op en vinden het belang van hun paard belangrijker dan dat van hunzelf. Ze stellen geen grenzen, geven weinig richting maar zijn zo gefocusd op het verkrijgen van erkenning en liefde dat ze hier haast dwingend in worden. Hierbij schieten ze hun doel voorbij. Fans geven het paard het soort zorg dat verstikkend kan werken: ze proppen het dier vol met snoepjes in de hoop vriendjes te worden (en oogsten hiermee alleen afwijzing als er geen snoepjes zijn) en overspoelen het zo met menselijke tekenen van genegenheid dat ze hier een afkeer voor opbouwen en zich afsluiten. Soms hebben ze niet erg realistische verwachtingen van het vermogen van hun paard. Fans kunnen uitermate teleurgesteld raken in (en gekwetst raken door) hun paarden, omdat ze vaak het tegenovergestelde oogsten van wat ze zoeken en nodig hebben.
De Fan heeft vaak een bepaald beeld van hun 'droompaard', net als zij een bepaald beeld hebben van hun 'droomrelatie'. Ze zijn soms heel lang op zoek naar dit droompaard, maar kunnen ook op het eerste gezicht als een blok vallen voor hun paard en het dan zonder acht te slaan op praktische overwegingen op stel en sprong mee naar huis nemen.
De Coach: De coach is zowel doelgericht als prestatiegericht en onderkent dat de relatie van belang is voor het bereiken van het doel. Zijn thema is: samenwerken naar een gezamelijk doel. De coach weet, dat zijn pupil moet kunnen leren om het doel te bereiken en creeert daarom een rustige en veilige omgeving om te oefenen, en biedt ruimte voor het maken van fouten en het uiten van eigen ideeen. De coach kan lange termijn en korte termijn doelen goed op elkaar afstemmen en weet dat je soms even van het doel af moet zien om het toch te bereiken. De coach vraagt veel, maar is niet zuinig met lof en geeft opbouwende kritiek. De confrontatie gaat de coach niet uit de weg, maar daarbij blijft de samenwerking wel voorop staan: de coach confronteert wel, maar zal niet vechten met zijn pupillen.
De coach zoekt vaak een middenweg tussen talent en karakter als hij een paard uitzoekt. Het trainen van een natuurtalent is verleidelijk, maar omdat hij graag in de verbinding treedt met zijn paard zal hij geen supertalent kiezen als het karakter hem niet aan staat.
De Butler: De Butler is net als de Fan heel relatiegericht en geeft evenmin sturing of leiding. De butler stelt zich onderdanig op en laat het initiatief voornamelijk aan het paard over. Maar waar de Fan duidelijk denkt te weten wat er in het paard om gaat en hoe geweldig het paard wel niet is, is de butler daar lang niet zo zeker van. De butler is erg op zijn paard gesteld, maar is wat te angstig om het echt toe te laten.
Slaafs zorgt hij voor zijn paard en volgt het terwijl het langzaam de leiding overneemt. Al snel worden de angsten van de butler bewaarheid: door zijn gedrag creeert hij al snel een bazig paard dat duidelijk de dienst uitmaakt of gewoon lak heeft aan zijn baas. De butler kropt zijn gevoelens van angst, frustratie en woede vaak op en in het slechtste geval barst dan eens de bom en krijgt het paard een straf die in geen verhouding is tot vertoonde gedrag. Soms helpt dit om het machtsevenwicht te herstellen, vaker leidt dit alleen maar tot meer wantrouwen bij beide partijen. Wrok is een emotie die bij uitstek past bij de butler: hij zorgt toch zo goed voor zijn paard, en kijk eens wat hij ervoor terugkrijgt.
Butlers kunnen voor veel verschillende soorten paarden kiezen, maar zullen over het algemeen uitgesproken dominante paarden laten staan uit een gebrek aan zelfvertrouwen. Aangezien ze bij aankoop vaak geen duidelijk doel voor ogen hebben, kan het lang duren voor ze een paard gevonden hebben en komt het vaak voor dat ze met een paard thuiskomen dat niet geschikt blijkt voor het doel dat tijdens het opbouwen van de relatie bestaat (dit zijn de mensen die een eerste paard kopen en er na twee jaar achterkomen dat ze toch eigenlijk liever endurance hadden willen gaan rijden als ze een Tinker gekocht hebben, bijvoorbeeld). Vaak zit er een onbewuste drang om het probleem uit de weg te gaan door het paard te verkopen. Butlers kunnen, net als in de detectives, soms heel gevaarlijk worden als ze alles te lang op kroppen.
Dit is natuurlijk allemaal maar onzin, mensen of paarden zijn nu eenmaal niet in hokjes te stoppen. Maar wellicht heb je er wel een paar herkent.
Ik neem me voor om lekker tussen de coach en de vriend in te blijven zitten. En jij?
Even voor de duidelijkheid: de plaatjes op deze pagina zijn puur decoratief; ik heb ze er niet op gezet om de tekst te verduidelijken.